Gerard Reve stuurde ooit aan de redactie van ‘De Nieuwe Linie’ een reisgebed, toen hem in dat blad zo’n gebed onder ogen was gekomen, dat hem niet kon bekoren. In een begeleidend briefje schreef Reve onder meer: Ik zou wel eens een gebed onder ogen willen krijgen dat God zoekt in plaats van Hem, om van alles en nog wat, aan zijn kop te zeuren.(…) Waarachtig geloof is belangeloos en vraagt niets.
Hieronder het reisgebed van Reve:
O God. Ik sta op het punt op reis te gaan. Ik weet niet of het misschien mijn laatste reis is.
Ik wil U liefhebben. Ik hoop, dat ik onderweg niemand enig ongeluk of ander kwaad zal berokkenen.
Ik wil proberen niet, of veel minder, te drinken. Ik sta voor U.
Ik weet dat ik, of ik veilig zal aankomen, dan wel onderweg verwonding, ziekte of dood zal vinden, altijd U toebehoor.
Want in leven en sterven zijt Gij in mij en ben ik in U. Ik ga nu weg. Vaarwel, o God.