In de stilte van het gemis,
zoek ik naar het vertrouwde gezicht,
verlang ik naar de bekende stem,
die mij noemt bij mijn naam,
me aanraakt en glimlacht.

In de stilte van het gemis,
zoek ik naar wie voorbijging,
verlang ik naar een vertrouwd woord,
waarin ik die ander weer ontmoet,
midden in mijn leven van alledag.

God,
kom mij in die stilte tegemoet,
help mij te vertrouwen
dat wie ik verloor,
geborgen is bij U.

(uit: zeggen en zwijgen; oecumenisch gebedenboek)